Onze experts nemen zich de tijd voor u
Neem direct contact met ons op voor vragen of het maken van een afspraak. We staan voor u klaar!
Openingstijden telefonisch:
We zijn voor vragen en het maken van afspraken telefonisch te bereiken:
Ma-Do: 08:00 - 12:30 en 14:00 - 16:00 uur.
Vr: 08:00 - 12:30 uur.
Buiten deze tijden is ons spoednummer bereikbaar.
Bereikbaarheid Callcenter:
Alleen voor maken van afspraken (Duitse taal)
Ma-Vr: 07:00 – 20:00: +49 (0)211 90 19 70
Maak nu een afspraak:
NL: ☎ +49 (0)211 90 19 718
Bij medische problemen buiten kantoortijden:
☎ +49 (0)172 56 97 891
Elke eicel bevat het erfelijk materiaal van de moeder in de chromosomen. Wanneer de chromosomen verkeerd verdeeld zijn, komt het mogelijk niet tot een zwangerschap of wordt deze al in een vroeg stadium afgebroken. Dit geldt zowel voor zwangerschappen die op de natuurlijke manier tot stand komen als voor zwangerschappen via IVF. Een belangrijke factor voor de foutieve verdeling van chromosomen is het vorderen van de leeftijd van de vrouw. De chromosoomverdeling van de eicellen kan onderzocht worden door poollichaam onderzoek. Uit onze ervaring blijkt dat bij IVF of ICSI het risico op een miskraam verkleind kan worden door deze diagnostiek.
Poollichaam onderzoek (polar body biopsy) kan alleen bij IVF of ICSI worden toegepast. Het wegnemen van de poollichaampjes wordt direct na de bevruchting uitgevoerd, voordat de voorkernen van de vader en de moeder in de bevruchte eicel met elkaar versmelten. De poollichaampjes zijn voor de ontwikkeling van het embryo verder niet van belang. Onderzoek van het poollichaampje geeft indirecte informatie over de genetische samenstelling van de eicel (foutieve verdeling of zogenaamde translocatie). Daarom spreekt men bij poollichaam onderzoek ook wel over indirect genetisch onderzoek.
Het belangrijkste verschil tussen pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD) en poollichaam onderzoek zit in het moment van onderzoek. Bij PGD worden uit IVF gewonnen embryo's onderzocht die al uit 4 tot 8 cellen bestaan. Op grond van de wetgeving die embryo's moet beschermen is pre-implantatie genetische diagnostiek in veel landen, waaronder Duitsland, beperkt toegestaan.
Poollichaam onderzoek wordt toegepast in de zeer korte tijd tussen de bevruchting van de eicel en de versmelting van de beide celkernen, wanneer de bevruchting nog niet voltooid is. Doordat het onderzoek vóór de bevruchting plaatsvindt is het in Duistland toegestaan deze diagnostiek te doen.
Een ander verschil is het aantal afwijkingen dat door middel van het onderzoek kan worden opgespoord. Waar met PGD inmiddels zo'n 200 verschillende erfelijke ziekten en genetische afwijkingen kunnen worden geïdentificeerd, beperkt poollichaam onderzoek zich tot het onderzoeken van foutieve chromosoomverdelingen. Het risico op erfelijke ziekten is hiermee niet volledig uitgesloten.
De procedure is vooral geschikt voor patiëntes met minstens zes (maar liever meer) eicellen. Maar ook bij minder eicellen kan dit onderzoek nuttig zijn, bijvoorbeeld voor stellen met herhaalde miskramen.
Bij het poollichaam onderzoek zijn wij natuurlijk vooral op zoek naar embryo's zonder chromosoomafwijkingen. Dankzij het poollichaam onderzoek kan het 'genetische spiegelbeeld' met zekerheid uitsluitsel geven over de gehele chromosoomindeling van bevruchte eicellen. Eicellen zonder chromosoomafwijkingen kunnen duidelijk geïdentificeerd worden. De gerichte transfer van de verder ontwikkelde embryo’s verhoogt de kans op een doorgaande zwangerschap in de eerste cycli.
Poollichaam onderzoek richt zich uitsluitend op foutieve chromosoomverdelingen aan moederskant. Deze zijn verantwoordelijk voor 80% van de foutieve verdelingen in embryo's. Chromosomale afwijkingen in zaadcellen of eventuele latere foutieve verdelingen in embryo's blijven onopgemerkt. Deze kunnen eventueel in latere prenatale onderzoeken uitgesloten worden.
In bepaalde gevallen is het mogelijk dat niet alle poollichaampjes kunnen worden geanalyseerd. Hierdoor zijn de eicellen in kwestie niet met zekerheid te beoordelen. In zo'n geval bepalen onze artsen in overleg met u (het paar) of een embryotransfer met deze eicellen moet worden uitgevoerd of niet. De uitgangssituatie is dan dezelfde als voor een patiënt bij wie geen poollichaam onderzoek is gedaan.